Zocherlounge en Galerie Nieuw Schoten dit najaar een representatief overzicht van zijn latere werk.
“Wanneer de oorlogsjaren achter hem liggen werkt Lampe als illustrator voor het Haagsch Dagblad en Vrij Nederland. Tijdens de eerste jaren van wederopbouw klinkt alom de roep tot verandering. In Amsterdam zijn het de experimentelen en in Den Haag is het Verve. In de hofstad sluit Lampe zich aan bij deze kunstenaarsgroep die in 1951 hun eerste expositie had.
De tekenaar/schilder ontmoet bij Vrij Nederland de jonge journalist Bibeb met wie hij enkele jaren later trouwt en wanneer zij furore maakt als interviewster ontwikkelt Lampe zich steeds meer als een belangrijk kunstenaar binnen de Nederlandse avant-garde beweging. Zijn voortrekkersrol in deze blijkt onder meer uit zijn initiatief tot de oprichting van het schildersgroep Fugare, die op 26 januari 1960 om 20:15 in Pulchri studio voor het eerst naar buiten treedt.
Lampe is een groot voorstander van vernieuwing en verwacht binnen deze nieuwe beweging meer ruimte voor abstractie en het experiment. De groep is daarom vanaf de eerste dag spraakmakend waardoor ook veel oud-leden van Verve toetreden. De voorloper van de Nieuwe Haagse school zoals Fugare wel wordt gezien is succesvol en exposeert in Pulchri Studio (1960, 1961 en 1962), Stedelijk Museum Amsterdam (1961), Stedelijk Museum Schiedam (1961), Haags Gemeentemuseum (1962), Van Abbemuseum in Eindhoven (1962) en het Rijksmuseum Twenthe in Enschede (1963).
Een niet onaanzienlijke bijdrage aan het succes van de Haagse schilders levert Leo Lucassen, eigenaar van Het Kunstcentrum. In zijn galerie aan de Molenstraat organiseert hij jaarlijks een verkooptentoonstelling. Ook is hij de drijvende kracht achter de expositie ‘8 Maler aus Holland’ in het Raadhuis van Charlottenburg, Berlijn (1963) waarover pers met bewondering schrijft.
Lampe doet echter meer want naast zijn lidmaatschap van Fugare gaat hij ook zijn eigen weg. Hij wordt directeur van de Vrije Academie in Den Haag en heeft meer solotentoonstellingen. Wanneer
Jacques Damase hem in 1966 uitnodigt om te exposeren in de bekende Galerie Motte in Parijs schrijft de Franse en Amerikaanse pers lovende kritieken.
De hang naar vernieuwing komt bij Lampe niet voort uit een eigenzinnig navelstaren maar wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de continue confrontatie met het werk van anderen. Daarover schrijft hij voor Vrij Nederland een omvangrijk oeuvre aan recensies bij elkaar, waarbij hij alle belangrijke kunststromingen de revue laat passeren. Zijn beschouwingen over Picasso, Matisse, Malevich, maar ook Appel en Rothko leveren bovenal een verrassend inzicht in de abstracte kunst en kunst in het algemeen.
Tijdens zijn Haagse periode was de auteur Mensje van Keulen (Den Haag, 1946) een goede vriendin van Bibeb en veelgevraagd model voor Lampe. Over het contact tussen de schilder en zijn model schreef Mensje van Keulen in haar dagboek en daaruit zal zij tijdens de opening van deze verkoopexpositie enkele fragmenten voorlezen.